,,Hoe kun je nou binnen 30 jaar reageren als je zelf niet eens weet dat je de ziekte onder de leden hebt?’’ De meer dan terechte vraag is van mesothelioompatiënt Gerard Abbink. De 75-jarige inwoner van het Noord-Hollandse Jisp werkte van 1978 tot 1982 als metaaldraaier bij Motorenco BV in Beverwijk en werd daar naar eigen zeggen blootgesteld aan asbest. Nu, 35 jaar later, is hij doodziek en zijn oude werkgever weigert een schadevergoeding te betalen. ,,Ze verschuilen zich achter de verjaringstermijn. Dat voelt als heel onrechtvaardig.’’
Maar er is meer. ,,Motorenco zegt niet te weten dat ik met asbest heb gewerkt.’’ Daar is volgens Abbink echter geen twijfel over mogelijk. ,,Eens in de maand moest ik van die halfronde segmenten afdraaien. Die kwamen van de kranen van de hoogovens en er zaten resten asbesthoudende remvoering op. Terwijl ook in die tijd al bekend was dat asbest schadelijk is.’’ Abbink hield het materiaal uit veiligheidsoogpunt nat met koeling, maar dat blijkt achteraf gezien niet voldoende te zijn geweest om zich te wapenen tegen de levensbedreigende stof. ,,Vorig jaar juli is bij mij mesothelioom, ook wel asbestkanker, geconstateerd. Hoogstwaarschijnlijk is dat door dit werk gekomen.’’
Bewijzen zijn er (nog) niet, waardoor Abbink machteloos staat. ,,Ze vragen getuigen, medewerknemers, die mijn verhaal kunnen bevestigen. Maar ik weet niemand meer, want het is al bijna veertig jaar geleden. Bovendien: ze hebben toch zelf archieven en personeelslijsten, waarmee ze namen kunnen vinden? Dat willen ze alleen niet, omdat het een financiële kwestie is.’’
Abbink, die wel een tegemoetkoming van circa €19.000,- euro van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ontving, moet nu een civiele procedure starten om de veel hogere werkgeversvergoeding (circa €55.000,-) af te dwingen. Die tijd en energie heeft hij echter niet: ,,Een rechtszaak duurt een jaar of zes. Ik heb misschien nog half jaar of een jaar te leven. En dan die hoge kosten… Nee, ik begin niet aan die ellende.’’ Dan, emotioneel: ,,Ik had graag wat extra geld achtergelaten voor mijn echtgenote. Zij heeft er ook enorme schade van.’’ Een gevoelige snaar is geraakt. ,,Het gaat ook om de erkenning. Het ergste is nog dat je als leugenaar wordt weggezet. Ze zijn gewoon glashard, er is geen moraal.’’
Abbink hoopt dat er ooit nog verandering komt in de onmenselijke situatie waarin hij en zijn lotgenoten verkeren. ,,Ze moeten het fatsoenlijk en wettelijk regelen, want de Hoge Raad komt er kennelijk ook niet uit. Gelukkig zijn ze ermee bezig om de verjaringstermijn wettelijk aan te passen. Daarmee kan in de toekomst een hoop leed bespaard worden.’’ Voor Abbink en vele anderen is het waarschijnlijk sowieso te laat. ,,Het voelt alsof je al aan de andere kant van de streep staat. Ik ben langzaamaan een beetje afscheid aan het nemen.’’